Skip to main content

Midden blauw marter

De kleur op de snuit, de oren, de rug, de boven- en buitenzijde van de benen, alsmede de staart, is zuiver blauw.

Deze blauwe kleur gaat van de snuit en de rug geleidelijk over in een lichtere nuance op wangen, voorhoofd, schouders, flanken en schenkels, zonder vlekken of strepen. Ook de onderkaak is lichtblauw marter kleurig. Een donker gekleurde rugpartij wordt vereist. Borst, onderzijde schouders, flanken, schenkels en buik zijn van een zeer tere nuance. De snorharen zijn blauw, de nagels zijn hoornkleurig. De oogkleur is blauw, onder bepaalde belichting toont zij een rode gloed. Hoe dieper de blauwe dekkleur zich tot de wortel uitstrekt (tussenkleur), hoe beter. De grondkleur volgt zoveel mogelijk de dek- en tussenkleur; ook de buikkleur moet nog enigszins blauw opblazen.